Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo gij niet hadt om [64]te betalen, waarom zou men uw bed van onder u [65]wegnemen? 64. Te weten, den schuldheer, tot wiens verzekering gij voor den schuldenaar borg geworden zijt. 65. Te weten, zo er anders in uw huis niets ware om den schuldeiser te voldoen. Versta dit van dengene, die zich borg stelde voor de schuld van een ander; want daarmede verklaarde hij dat hij rijk was en de macht had om te betalen, zodat hij zich niet mocht behelpen met de wet, Ex.22:26,27; Deut.24:6. Hoewel dan de wet der liefde beval dat men des armen noodzakelijke dingen niet zou te pand nemen; nochtans liet het burgerlijke recht zulks in zekere gevallen toe, ja ook den schuldenaar voor een tijd tot slaaf te maken, 2 Kon.4:1. Zie ook boven hfdst.20 vs.16.